In mijn praktijk heb ik met veel verschillende mensen te maken. Stellen die het in het dagelijks leven al vaak niet eens waren, hebben (ook) bij het uit elkaar gaan soms moeite om tot goede afspraken te komen. Waar de een het belangrijk vindt om vooral snel financiële afspraken op papier te zetten, is de ander soms nog bezig met het verwerken van de emoties rondom de scheiding. Of een ex-partner is al druk met het opbouwen van een nieuw bestaan met een andere partner, terwijl de andere ex-partner nog bezig is met het afronden van de oude situatie. Bovendien zijn er in een relatie vaak (gedrags)patronen, die ook nadat de relatie ten einde is gekomen lastig te doorbreken zijn.
Een goed voorbeeld hiervan zijn de mensen die ik onlangs mocht begeleiden. Kees-Pieter en Marjan zijn al drie jaar geleden gescheiden en hebben een dochter in de puberleeftijd. Hun dochter woont voornamelijk bij haar moeder, maar heeft kort geleden aangegeven dat ze ook veel meer bij haar vader wil zijn. Kees-Pieter en Marjan hebben geprobeerd afspraken te maken over een co-ouderschap maar door de slechte onderlinge relatie is dit niet gelukt. Vorige week meldden zij zich bij mij en zijn we in gesprek gegaan over dit onderwerp.
Aan de mediationtafel gingen de ex-partners voortdurend de strijd met elkaar aan om hun eigen gelijk. Talloze voorbeelden uit het verleden werden besproken om elkaar te overtuigen. Het tijdens hun huwelijk ontstane gedragspatroon zette zich nog steeds voort met als consequentie dat er geen afspraken gemaakt konden worden over de invulling van het co-ouderschap. Door deze manier van communiceren zijn zij in een negatieve spiraal terecht gekomen en bevestigen zij steeds opnieuw het negatieve beeld dat ze al hebben van elkaar. Ik merkte dat beiden doodmoe zijn van hun onderlinge strijd. En hun dochter Ellis zit middenin dit conflict en vindt het gedrag van haar ouders kinderachtig..
Aan de mediationtafel komen Kees-Pieter en Marjan er na een aantal gesprekken achter dat zij inderdaad erg verschillend zijn en dat het zinloos is om elkaar te willen overtuigen van hun eigen gelijk. Dit heeft namelijk nog steeds niet geleid tot een prettige situatie voor hun dochter én voor henzelf. Zij spreken af dat ze nu en in de toekomst rekening houden met hun grote onderlinge verschillen en dat er wordt gestopt met het overtuigen van elkaar. “We agree to disagree”. Daarna lukt het hen wel om afspraken te maken over de invulling van het co-ouderschap.
Na het afronden van het laatste gesprek geven zowel Marjan als Kees-Pieter aan blij te zijn ondersteuning te hebben gezocht bij een mediator. Marjan vond dit in eerste instantie namelijk niet nodig. Bij het vertrek hoor ik Kees-Pieter zeggen ‘zie je nou wel dat ik gelijk had dat we naar de mediator zijn gegaan?’..
Volg ons